Een fluwelen revolutie

De ontwikkelingen in Nederland stonden niet op zichzelf. In veel Europese landen streden burgers op verschillende manieren voor meer vrijheid en onafhankelijke vertegenwoordiging in een parlement. Het is opvallend dat deze ingrijpende veranderingen in Nederland vrijwel geruisloos plaatsvonden: geen gewelddadige botsingen of revolutionaire woelingen maar parlementariërs en bestuurders die de wet volgens de regels aanpasten.

In 1840, het jaar na de afscheiding van België, werd in de Grondwet opgenomen dat de Koning alleen besluiten kon nemen als ze door een minister waren goedgekeurd. De ministers moesten zich verzekeren van steun in het parlement. Zij waren strafrechtelijk verantwoordelijk. Maar zij waren nog niet politiek verantwoordelijk; de Kamer miste de middelen om door te bijten. Het verbaasde niemand dat koning Willem I zich in deze rolverdeling niet kon vinden. In hetzelfde jaar trad hij af.

De machtsstrijd tussen koning en volksvertegenwoordiging speelde zich af zonder dat de meerderheid van het Nederlandse volk er veel van wist of zich ermee bemoeide: het nieuws kwam mondjesmaat en langzaam naar buiten en velen hadden nog geen toegang tot dagelijkse berichtgeving.

In 1848 waren in veel Europese landen revoluties.
Koning Willem I (1777-1843)