Wijze mannen aan het werk

In de Kamers van de Staten-Generaal zaten over het algemeen vermogende, statige heren van goede komaf die hun rol in het staatsbestuur zagen als een nobel ambt. Elk lid handelde volgens de eigen overtuiging. Sommigen waren onvoorwaardelijk trouw aan de Koning, anderen zagen hun taak meer als dienaar van de wet en als vertegenwoordiger van het volk. Een markant voorbeeld daarvan was E.W. van Dam van Isselt, een Gelderse landjonker die dichtbundels publiceerde. Tijdens zijn jaren in de Tweede Kamer (1829-1852), korte tijd als Voorzitter, volgde hij een eigenzinnige koers, waarbij hij voorstander was van staatkundige hervormingen, maar wel op de manier die hem voor ogen stond. Hij was tegen slavernij en tegen de doodstraf, stond bekend om zijn vasthoudendheid en voerde het woord over 357 wetsvoorstellen.

Edmond Willem van Dam van Isselt (1796-1860)