Afscheid van de groene gordijnen; de nieuwbouw van de Tweede Kamer

De Tweede Kamer vergaderde lange tijd in een traditioneel ingerichte zaal met daarin de voor veel ouderen nog bekende groene bankjes. Geruisloos verdwenen de dames en heren regelmatig achter de groene gordijnen aan beide zijden van de zaal voor overleg of een korte pauze. Boven de klok keek het publiek vanaf de tribune toe. Daar was echter slechts plaats voor 28 mensen, terwijl de publieke belangstelling steeds verder toenam. Ook werden steeds meer commissievergaderingen openbaar, terwijl daarvoor te weinig geschikte ruimten waren. Daarom werden in de jaren tachtig plannen gemaakt om de volksvertegenwoordiging in een modern jasje te steken.

In 1992 werd een nieuwe plenaire vergaderzaal in gebruik genomen. Deze maakte samen met een groot aantal commissiezalen en andere vergaderkamers deel uit van een nieuw gebouw dat de oude delen van het complex met elkaar verbindt. De Kamerleden hoefden zich niet meer met z’n drieën in een krap bankje te persen, maar kregen ieder een blauwe stoel met op de rugleuning het logo van de Kamer. Veel ruimte en wanden van glas waren het symbool voor meer openheid. Vanaf eind 2002 zijn de plenaire debatten en later ook openbare commissievergaderingen rechtstreeks via de website te volgen. De voortdurende aanwezigheid van de tv leidde tot een toename van de publieke belangstelling. Die werd ook zichtbaar op de veel grotere publieke tribune, waar plaats is voor 150 bezoekers. Dat bracht met zich mee dat er meer aandacht nodig was voor de veiligheid van de Kamerleden. Kon men vroeger vrijwel ongehinderd naar de publieke tribune wandelen; tegenwoordig wordt elke bezoeker gecontroleerd. Toch zijn die bezoekers van harte welkom. Er wordt actief gewerkt aan een hechte band tussen de kiezer en het parlement. Vooral de jeugd wordt vertrouwd gemaakt met de werking van de volksvertegenwoordiging, onder andere via de stichting ProDemos, Huis voor Democratie en Rechtsstaat.

De Voorzitter van de Tweede Kamer wordt sinds 1983 direct gekozen door de leden. Vanaf 2002 gebeurt dat via een open kandidaatstelling. De Kamer gaat in het openbaar met de kandidaten in debat en kiest vervolgens in een geheime schriftelijke stemming haar Voorzitter. Voor het eerst kreeg de Kamer ook vrouwelijke Voorzitters: Jeltje van Nieuwenhoven (1998-2002), Gerdi Verbeet (2006-2012), en Anouchka van Miltenburg (2012-2015).

De ‘paarse’ coalitie betekende nieuwe politieke verhoudingen maar niet al het beleid bleek succesvol. Grote groepen kiezers herkenden zich niet in degenen die hen vertegenwoordigden in de Tweede Kamer. De zwevende kiezers, vroeger een klein aantal twijfelaars, waren nu zeer talrijk en bij verkiezingen bleken ongekende verschuivingen mogelijk. Een en ander kwam vooral tot uiting bij de stormachtige opkomst van Pim Fortuyn die met zijn directe en confronterende stijl het politieke landschap volledig veranderde. Enkele dagen voor de verkiezingen in 2002 werd hij vermoord. De Lijst Pim Fortuyn (LPF) veroverde 26 zetels en het CDA kwam met veertien zetels winst op 43. De coalitie van deze partijen, die samen met de VVD een kabinet vormden, was echter geen lang leven beschoren. Dat betekende het einde van het eerste kabinet van premier Jan Peter Balkenende (CDA), die uiteindelijk zijn naam verbond aan vier kabinetten. Hij stond voor de taak de groeiende invloed van het maatschappelijk debat in de Tweede Kamer te vertalen in beleid en tegelijk het wankele evenwicht tussen de regeringspartijen te bewaren. Daarnaast kreeg hij te maken met sociale en economische problemen, waarvan de financiële crisis in 2008 de grootste was. Ook de rol van Nederland in de ontwikkeling van een verenigd Europa stond regelmatig hoog op de agenda. Het vierde kabinet-Balkenende, dat in 2010 struikelde over de inzet van de Nederlandse krijgsmacht in Afghanistan, was gebaseerd op de samenwerking van het CDA met de PvdA en de ChristenUnie. Deze kleine partij droeg daarmee voor de eerste keer regeringsverantwoordelijkheid. 

Brochure van het CDA gericht op de jeugdige kiezer