Stemmen

Op de dag van de verkiezingen mogen alle kiesgerechtigden een stem uitbrengen. Kiesgerechtigden zijn alle mensen van achttien jaar of ouder met de Nederlandse nationaliteit. De kiezer laat door te stemmen weten welke politieke partij hij of zij in de Tweede Kamer en wellicht ook in de regering wil.

De Kieswet regelt hoe verkiezingen gehouden moeten worden en welke voorbereidingen daarvoor nodig zijn. Uiterlijk veertien dagen voor de verkiezingen krijgen kiesgerechtigde Nederlanders een oproepingskaart of stempas thuisgestuurd. Meestal is de kandidatenlijst bijgevoegd. Als de lijst niet is bijgevoegd ontvangen de kiezers de kandidatenlijst uiterlijk vier dagen voor de verkiezingen in de brievenbus. Op de dag van de verkiezingen kan elke kiesgerechtigde Nederlander zich vanaf 7.30 uur met oproepingskaart of stempas bij het stembureau melden. De stembureaus sluiten om 21.00 uur.

Stemrecht

Tot 1970 was er opkomstplicht en moest iedereen naar het stembureau komen. Men hoefde echter niet te stemmen. Sinds 1970 zijn kiesgerechtigden niet meer verplicht om naar het stembureau te komen. Daardoor gaan minder mensen stemmen. Voor de Tweede Kamer stemt  tussen de 60 en 80 % van de Nederlanders. In vergelijking met andere landen is dat percentage redelijk hoog. 

Voorkeurstemmen

De meeste mensen stemmen op de lijsttrekker, de eerste naam op de lijst van kandidaat-Kamerleden. Ook de tweede op de lijst krijgt veel stemmen. Het is natuurlijk ook mogelijk om te stemmen op een van de kandidaten die lager op de lijst staan. Als genoeg mensen op dezelfde kandidaat stemmen kan hij of zij in de Tweede Kamer gekozen worden; ook als hij of zij heel laag op de lijst staat en eigenlijk weinig kans had om in de Tweede Kamer te komen.