Uitgelicht : Parlementaire onderzoeken: wat is het verschil?

Het controleren van de regering is een belangrijke taak van de Tweede Kamer. Wanneer de Kamer een bepaalde zaak grondig onder de loep wil nemen, kan zij een parlementair onderzoek instellen. Op basis van het onderzoeksrecht kan de Kamer dan verschillende instrumenten inzetten. Welke onderzoeken hebben recent plaatsgevonden of lopen nu nog, en wat zijn de verschillen?

De leden van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag

Parlementair onderzoek

De Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU), op 5 maart 2020 ingesteld, is een voorbeeld van een commissie die een parlementair onderzoek uitvoerde. Aanleiding vormden de aanhoudende klachten over uitvoerende overheidsinstanties als het CBR, de Belastingdienst en het UWV. De Kamer signaleerde dat de burger niet altijd centraal staat en dat er regelmatig incidenten zijn, zoals te lange wachttijden.

Het doel van het onderzoek was om beter inzicht te krijgen in de problemen én in de rol en informatiepositie van de Tweede Kamer.



De commissie heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om personen en organisaties uit te nodigen en te horen. Er rustte echter geen verplichting op deze mensen om voor de commissie te verschijnen en ze stonden ook niet onder ede. Omdat het doel is om meer inzicht te krijgen en niet zozeer om aan waarheidsvinding te doen, heeft de Kamer voor deze vorm van onderzoek gekozen. De hoorzittingen vonden plaats van 26 oktober tot en met vrijdag 13 november 2020. Het eindrapport Klem tussen balie en beleid, met daarin de conclusies en aanbevelingen van de commissie, is op 25 februari 2021 gepresenteerd. Het parlementaire onderzoek naar de uitvoeringsorganisaties is het veertiende in deze vorm sinds het jaar 2000.

Parlementaire ondervraging 

Deze vorm van onderzoek is ontstaan omdat de Kamer soms behoefte heeft aan onderzoeken die wel de mogelijkheid geven om getuigen onder ede te horen, maar die geen uitgebreid dossieronderzoek in de voorbereiding vergen. Sinds 2016 past de Kamer deze variant toe bij wijze van experiment. In 2022 heeft er een evaluatie plaatsgevonden door een werkgroep van drie Kamerleden. Zij concluderen dat de parlementaire ondervraging een meerwaarde heeft en voorziet in een behoefte. 

Tegelijkertijd constateert de werkgroep dat de drie ondervragingscommis­sies van de afgelopen jaren vaker dan vooraf gedacht dossieronderzoek hebben verricht en documenten hebben gevorderd, naast het onder ede horen van getuigen en deskundi­gen. De werkgroep stelt voor om recht te doen aan die realiteit en voortaan te spreken van een ‘beknopte enquête’, die kan worden verankerd inde reeds bestaande Regeling parlementair en extern onderzoek (Rpeo). De werkgroep doet daar­voor een voorstel voor wijziging van deze regeling.

De Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), die op 2 juli 2020 van start ging, deed onderzoek naar problemen rond de fraudeaanpak bij de kinderopvangtoeslag. Met het onderzoek moest duidelijk worden welke bewindspersonen en hoge ambtenaren betrokken waren bij bepaalde beslissingen. Daarnaast wilde de commissie duidelijk krijgen waarom het, ondanks eerdere signalen, tot 2019 duurde voordat erkend werd dat er veel problemen waren rondom de stopzetting van toeslagen. De verhoren vonden plaats van 16 november tot en met 26 november 2020. Op 17 december presenteerde de commissie haar eindverslag Ongekend onrecht. Naar aanleiding van de conclusies in het rapport trad het kabinet Rutte-III op 15 januari 2021 af.

 

Parlementaire enquête

Naar aanleiding van het eindverslag Ongekend onrecht heeft de Tweede Kamer op 11 februari 2021 besloten om voorbereidingen te starten voor een parlementaire enquête naar de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten. Een motie van Lilian Marijnissen (SP) die dit voorstelde, werd toen aangenomen. Op 3 februari 2022 is de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening van start gegaan. 



Bij dit onderzoek worden de rapporten van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en de Parlementaire onderzoekscommissie Uitvoeringorganisaties betrokken.

Een parlementaire enquête is het zwaarste middel dat de Kamer kan inzetten als zij de onderste steen boven wil krijgen in een bepaalde zaak. De getuigen zijn verplicht te verschijnen wanneer de enquêtecommissie hen oproept. Zij staan onder ede. Dat betekent dat ze strafrechtelijk kunnen worden vervolgd wegens meineed wanneer blijkt dat ze niet de waarheid spreken. De verhoren zijn openbaar.



De Kamer gebruikt dit instrument ook om de gaswinning in Groningen te onderzoeken. De Kamer wil dat personen, organisaties en instanties publiek verantwoording afleggen voor de keuzes die de afgelopen tientallen jaren zijn gemaakt. De tijdelijke commissie aardgaswinning Groningen heeft het onderzoeksvoorstel op 4 februari 2021 aan de Kamer aangeboden. De op 9 februari 2021 opgerichte parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen voert het onderzoek volgens dit voorstel uit en houdt in de zomer van 2022 de openbare verhoren.



De Kamer installeerde op 6 juli 2022 de Tijdelijke commissie Corona. Deze commissie werkt een onderzoeksvoorstel uit voor de opzet van een parlementaire enquête naar de coronacrisis in Nederland. De Kamer heeft sinds het jaar 2000 zeven parlementaire enquêtes ingesteld.